De specialisten zijn het erover eens dat angst kan worden overgeërfd. Maar ook omgeving en gebeurtenissen in uw leven zijn bepalend. PTSS (posttraumatische stressstoornis) ontstaat bijvoorbeeld na een trauma.
De obsessieve compulsieve stoornis is bijvoorbeeld weer een aandoening waarbij erfelijkheid een factor is. Bij deze aandoeningen spreekt men van zogenaamde “obsessies en compulsies. Men bedoelt hier angstgedachten en dwanghandelingen mee. Men heeft bijvoorbeeld de angst om door nalatigheid een ongeluk te veroorzaken. Men voert dwanghandelingen uit om het gevreesde scenario te voorkomen. Dwanghandelingen nemen doorgaans veel tijd in beslag.
Denk aan iemand die bij het verlaten van zijn huis extra vaak controleert of alle elektrische apparaten uitstaan. Men is bang om brand te veroorzaken.
Claustrofobie is de angst voor kleine ruimten. Maar de paniek kan ook optreden in bijvoorbeeld een overvolle tram. Het is vooral het idee om niet weg uit de ruimte te kunnen, die bij iemand met claustrofobie angst en paniek oproept.
Agorafobie of pleinvlees is de angst voor grote open ruimten. De ene patiënt zal de angst een stuk heftiger ervaren dan de ander. Zo zal de ene patiënt in principe zich wel in een open ruimte durven begeven, hoewel hij of zij wel onrustig wordt. De andere patiënt zal zich weer veel terugtrekken, waardoor een sociaal isolement ontstaat.
De gegeneraliseerde angststoornis is een angststoornis waarbij sprake is van angst over dagelijkse zaken, zoals werk, woning en inkomen. Omdat iemand met veel zorgen ook minder goed slaapt, ontstaat er vermoeidheid en krijgt men in veel gevallen ook concentratieproblemen.
Het mag duidelijk zijn dat een angststoornis een grote impact op uw leven kan hebben. De angststoornis herkennen is een belangrijke eerste stap. Wanneer de angststoornis te invaliderend wordt, is behandeling van groot belang.