Taken van een bedrijfsarts in het re-integratieproces van een zieke werknemer

bedrijfsarts

In iedere onderneming komt het wel eens voor dat werknemers korte tijd ziek zijn. Het kan ook voorkomen dat medewerkers langdurig ziek worden of arbeidsongeschikt raken. Wanneer sprake is van kortdurend verzuim dat vaker voorkomt of als ziekteverzuim langer duurt, weten de meeste medewerkers de bedrijfsarts te vinden. Conform de Arbowetgeving is een bedrijfsarts samen met een verzekeringsarts de enige die iets te zeggen heeft over de belastbaarheid met arbeid als een werknemer ziek is. In Nederland is het bij wet bepaald dat noch een specialist, noch een huisarts, noch een therapeut, zich op het terrein van belastbaarheid met arbeid mag bewegen.

Aan de hand van beroepsrichtlijnen en wettelijke eisen mag alleen een bedrijfsarts advies uitbrengen aan de werknemer en diens werkgever. Een andere voorname reden waarbij een bedrijfsarts inschakelen aan de orde is, is re-integratie.

Re-integratie

Alle acties die een zieke werknemer samen met de werkgever onderneemt om zo spoedig mogelijk weer aan het werk te kunnen, vallen onder re-integratie. Veel professionals vragen zich af wat een bedrijfsarts precies doet. Deze arts nodigt de medewerker uit voor een gesprek om de medische situatie te bespreken, binnen zes weken na de ziekmelding. In dit gesprek komt tevens aan bod welke werkzaamheden de medewerker wel kan uitvoeren, en of die verwacht dat die uiteindelijk zijn eigen werk weer kan doen. Vervolgens brengt de bedrijfsarts advies uit over de mogelijkheden om het werk te hervatten. Het rapport dat daarbij hoort, wordt de probleemanalyse genoemd. Binnen acht weken dient de medewerker na de ziekmelding samen met de werkgever een plan van aanpak te maken. Daarin staat omschreven hoe zij er samen voor zorgen dat de werknemer zo snel mogelijk weer aan het werk kan.

Adviseren over mogelijkheden en beperkingen

In de meeste gevallen weten de werkgever en de werknemer samen wat mogelijk is bij de beperkingen, die worden ervaren als gevolg van de ziekte. Soms loopt de visie op wat er wel of niet kan echter uiteen tussen werkgevers en werknemers. Daarnaast is er niet altijd zicht op hoe beperkingen in de praktijk kunnen worden vertaald naar werken. Dat geldt in meerdere mate als er binnen de eigen organisatie geen (passend) werk is te vinden. Het is in dat geval de taak van de bedrijfsarts om gericht te adviseren over beperkingen, mogelijkheden en specialistische begeleiding richting passende werkzaamheden.

Objectiveerbare beperkingen

Vaak vragen mensen die een afspraak hebben bij de bedrijfsarts zich af of de arts lichamelijk onderzoek mag verrichten. Het antwoord daarop is ja. Elke arts – en dus ook de bedrijfsarts – is gerechtigd om lichamelijk onderzoek te doen. Het is wel de vraag of dit daadwerkelijk nodig is. Daarom moet de bedrijfsarts bij de beoordeling vaststellen welke objectiveerbare beperkingen er in het functioneren zijn, als gevolg van de ziekte. De bedrijfsarts moet daarbij tevens onderzoeken of die beperkingen het hervatten in de eigen werkzaamheden belemmeren. Op grond daarvan moet de bedrijfsarts adviseren over re-integratie in passend werk, en lichamelijk onderzoek is daarvoor noodzakelijk. Ook de vraag of een werknemer een gesprek met de werkgever mag weigeren tijdens ziekte wordt regelmatig gesteld. Een werknemer hoort te allen tijde met diens werkgever in gesprek te gaan.

Anders komt die zijn verplichtingen niet na. Een medewerker heeft immers diensten en vaardigheden aangeboden in ruil voor een salaris op vooraf afgesproken tijdstippen. Door ziekte kan de werknemer die verplichtingen niet nakomen en daarom is die verplicht om in gesprek te blijven met de werkgever. Op die manier kan die een toelichting geven waarom hij meent niet te kunnen werken. Bovendien kunnen er afspraken worden gemaakt over het vervolg.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here