Besmetting komt tot stand door inademing van geïnfecteerde luchtdeeltjes. Eén tot vier dagen later treden plotseling verschijnselen op zoals pijn in rug en lendenen, koorts, algemeen gevoel van ziek zijn, hoofdpijn en soms ook droge hoest, heesheid, keelpijn, niezen en afscheiding uit de neus. De meeste symptomen zijn na vier dagen verdwenen, maar de vermoeidheid en zwakte houden langer aan. In een klein aantal gevallen kan er een levensgevaarlijke longontsteking door het virus ontstaan. De conditie van de patiënt verslechtert dan acuut en ademhalingsstoornissen treden op. Een andere complicatie is Longontsteking door infectie met bacteriën, later in het verloop van de griep. Beide complicaties komen het meest voor bij de zogenoemde risicogroepen voor griep, zoals mensen met chronische longziekten, hartziekten, chronische lever en nierziekten, suikerziekte, zwangere vrouwen en bejaarden.
Van tijd tot tijd komt influenza pandemisch voor, dat wil zeggen in een epidemie die is verspreid over de hele wereld. De meest bekende pandemieën waren: de Spaanse griep in de winter van 1918-1919, die 20 miljoen slachtoffers eiste, de Aziatische griep in de zomer van 1957 en de Hong-kong-griep in 1968.
Er zijn 3 typen griepvirussen: A, B en C, elk met eigen stammen. Type A is de hoofdveroorzaker van de epidemische influenza en de pandemieën, die optreden in de winter. Type B kan epidemieën in de winter of laat in het voorjaar veroorzaken, maar geeft minder ernstige ziekteverschijnselen.
Type C is nauwelijks ziekteverwekkend bij de mens.
De grote epidemieën ontstaan om de 2 a 3 jaar, doordat het virus type A van erfelijke eigenschappen verandert. Dit wordt een antigeen ‘shift’ genoemd. De erfelijke eigenschappen ervan veranderen dan, zodat de oude immuniteit na het doormaken van een vroegere griep met virus type A niet meer geldt. Het virus is dan in staat opnieuw zeer snel grote groepen mensen te besmetten. Als zo’n verandering in het virus is opgetreden, zijn de verschijnselen van de griep ook erger dan in andere jaren.
De diagnose griep ofwel influenza wordt gesteld op grond van het epidemisch karakter en de symptomen. Tegen het virus bestaat geen medicijn. Iemand met griep kan het best het bed houden tot de koorts is verdwenen en hij zich niet ziek meer voelt. Als er een bacteriële infectie bij komt, kan die met antibiotica worden bestreden. Naar aanleiding van de pandemieën en bovenstaande ernstige complicaties zijn onder toezicht van de gezondheidsorganisatie (WHO) internationale influenzacentra opgericht in Londen en Atlanta en nationale centra overal ter wereld. Deze centra trachten de bewegingen van verschillende stammen over de hele wereld te registreren en antigene ‘shifts’ voor te zijn door kweektechnieken. Zo kan men op tijd vaccins maken om de risico groepen te beschermen tijdens een epidemie.